ot een van de meest specifieke gebieden langs het riviertje de Dinkel behoort het Lutterzand. De Dinkel vormt hier de grillige grens tussen lager gelegen stroomdalgraslanden en een uitgestrekt, hoger gelegen stuifzandgebied. De steile Dinkeloevers bieden hier een bron van informatie over de geschiedenis van het Dinkeldal vanaf de laatste ijstijd.
De laatste grote veranderingen in het landschap vonden rond 1700 plaats. In die tijd zijn woeste gronden, maar ook vruchtbare akker- en weidegronden, onder het stuifzand verdwenen. Als middel om verdere verstuivingen tegen de gaan zijn op de zandheuvels grove dennen geplant.
NATUURGEBIED Het Lutterzand is nu een afwisselend landschap met grillige vliegdennen, grote dennenbomen van verschillende leeftijden, jeneverbesstruwelen en heideveldjes. Karakteristieke vogels onderandere de buizerd, zwarte en bonte specht, staartmees, boomleeuwerik, nachtzwaluw, oeverzwaluw, de ijsvogel, aalscholver en andere vogels zijn daar waar te nemen.
DE DINKEL Tussen de landbouwgronden en het bosgebied van het Lutterzand kronkelt de Dinkel. De dinkel treedt bij grote waterafvoer in de regenperiodes regelmatig buiten haar oevers waardoor meer dan 400 ha grasland overstroomd. Daar waar de Dinkel een bocht van 180 graden maakt, in het hartje van het Lutterzand, ligt het bekendste stuk van het Lutterzand de “groene staart”…op zijn twents gezegt “Greun’n Stet”